De voormalige Vrij-Weinheimer Markt werd pas in de 18e eeuw bebouwd. Tussen 1700 en 1772 vond hier op dinsdagen de wekelijkse fruitmarkt plaats.
Nikolaus Schaurer en zijn nakomelingen voerden hier vanaf de 19e eeuw een bloeiende houthandel. Al zijn vader was pachter van het keurpfalzische houtterrein geweest. De houthandel had in Vrij-Weinheim een lange traditie. Sinds de 15e eeuw zijn er regelmatig vlotten aangekomen, voornamelijk uit het Zwarte Woud, de Vogezen en de Spessart. Hout was de belangrijkste importgoed van de Vrij-Weinheimer haven. Van hieruit werd de houtarme omgeving voorzien van bouw- en brandmateriaal. Ook voor de wijnbouw had men hout nodig in de vorm van wijnstokkenpalen voor het binden van de ranken.
In het langgerekte wooncomplex is nog de bouwstructuur van de voormalige schuur behouden, die plaats bood voor meer dan 20 paardenwagencolonne met ladingen. Opslag- en stapelplaatsen van de Schaurersche houthandel bevonden zich ten zuiden van de schuur en aan de andere kant van de Rheinstraat op het huidige terrein van de brandweer en de AWO.
