Jaarlijks werd het dorp Frei-Weinheim en zijn inwoners blootgesteld aan de dreiging van overstromingen en ijsgangen. De eerste rapporten hierover stammen uit de 15e eeuw. In die tijd bestonden er al dammen en sluizen, maar ontbrak het aan een gesloten damsysteem. De zwaarste geregistreerde natuurramp vond plaats op 28 februari 1784. Toen bracht het hoge water zware ijsplakken mee die drie vierde van de huizen beschadigden, bomen omduwden en de helft van het vee vernietigden. Hierop werd tot 1795 een nieuwe dijk aangelegd, die al in 1803 opnieuw moest worden vernieuwd. Probleematisch waren steeds weer de eigendomsverhoudingen. Onder groot-hertogelijk Hessische regering werden alle gebieden in het dijkgebied tot staatseigendom verklaard. Zo kon in 1825 een hoge en gesloten dijkensysteem langs de oeverfront worden gerealiseerd. In het woonhuis van de toenmalige burgemeester Nikolaus Thorn (Dammstraße Nr. 3) bevond zich eind 19e eeuw een ruimte voor de dijkwacht. Toen stroomde aan de andere kant van de dijk de omgeleide Selz, waarvan de monding een deel van de haven vormde.
