De 2,5 m hoge menhir stamt waarschijnlijk uit de nieuwe steentijd (ca. 400 tot 1700 v. Christus).
De menhir werd in 1927 ontdekt tijdens houtkapwerkzaamheden op de zuidoosthelling van een heuvel bij Dittelsheim-Heßloch op de gewanne „Am weißen Stein” op een diepte van 80 cm en 100 m verderop weer rechtop gezet. Hier was hij waarschijnlijk in de late middeleeuwen begraven, maar zijn naam was als plaatsnaam behouden gebleven. Of hij oorspronkelijk, net als vele andere menhirs, als grenssteen werd gebruikt, is onduidelijk.
Hij heeft een hoogte van 210 cm, een breedte van 145 cm en een diepte van 80 cm.
