Deze weertoren is een element van de Staufische verdediging en is vermoedelijk rond 1160 aangelegd. De “Bolander” beveiligde de zuidwestkant van de Ingelheimse palts en de “Rheingässer Tor”. Een vroege afbeeldingsweergave van het Saalgebied (de naam van de archeologische zone Kaiserpfalz Ingelheim sinds de vroege moderne tijd) uit 1545 van Sebastian Münster toont de oorspronkelijke, meerlaagse toren met schietgaten en kantelen (afbeelding in het museum bij de Kaiserpfalz). De naam “Bolander” verwijst naar het adellijke geslacht van de heren van Bolanden, die in de 12e en 13e eeuw aan de Midden-Rijn als vertegenwoordigers van de koningen fungeerden en tot 1254 een tolstation in het lokale paltsgebied onderhielden.

Net als veel andere muur- en muurhoektorens van de 12e tot de 14e eeuw bezat de weertoren waarschijnlijk een hoge ingang, die om veiligheidsredenen van buitenaf alleen toegankelijk was via ladders. Ook de zichtbare, dichtgemetselde opening aan de muur van het fort zou zo’n hoge poort kunnen zijn geweest. De muursterkte van de toren is met 3,2 meter opmerkelijk. Zijn binnenruimte heeft een diameter van 2,8 meter en is vandaag de dag niet meer toegankelijk.

Bolander verdedigingstoren