Grafstenen bewijzen dat er al in de 5e of 6e eeuw een christelijke gemeente in Bingen was. Waarschijnlijk in de Frankische tijd werd de parochiekerk aan de heilige Martinus gewijd. Sinds 1006 is St. Martin ook als abdijkerk gedocumenteerd, waar twaalf geestelijken onder leiding van een abt hun dienst verrichtten. Van het romaanse kerkgebouw getuigt alleen nog de crypte onder het koor en de zuidwesttoren. Na de grote stadsbrand van 1403 werd eerst het huidige middenschip herbouwd. Pas later werden de zijbeuken toegevoegd, waarvan de noordelijke echter al van 1502-1505 werd vervangen door een dubbele zaal met sterrengewelf. Dit zogenaamde Barbarahuis was als eigenlijke parochiekerk gescheiden van de overige, voor de kanunniken gereserveerde delen. In 1817/18 werden de abdijgebouwen en de kruisgang voor het westportaal afgebroken: zo ontstond de huidige voorplaats naar de Nahe. In 1885 vond een zorgvuldige restauratie van de kerk plaats door de maker van de Rochuskapel, Max Meckel (bouw van zijkapellen en sacristie; maaswerkgalerijen aan de torens). In 1930 verheft paus Pius XI de kerk tot basiliek, maar viel de kerk in 1944 grotendeels ten prooi aan de bombardementen. Na de herbouw volgde een uitgebreide renovatie in de jaren 1981 – 1988. Op 1 april 1930 verleende paus Pius XI St. Martin de titel van pauselijke basiliek. Na de bombardement in 1944 stortten het gewelf van het middenschip en een deel van het hoogaltaar in. Vandaag de dag verwachten bezoekers weer een godshuis van bijzondere schoonheid.





